Over creatieve weerstand en de motivatie om te maken
De afgelopen maanden heb ik niet alleen vaak creatieve weerstand gevoeld, maar lag mijn motivatie om te maken ongeveer ter hoogte van Gibraltar. Eerlijk is eerlijk: het was gewoon een lastige periode. Mijn werk viel weg, mijn vaste routine verdween, en een stukje zekerheid brokkelde af. Alles veranderde ineens. Dat vroeg om flexibiliteit en aanpassingsvermogen, en dat had vanzelfsprekend invloed op mijn creatieve werk.
Als geruststelling hield ik mezelf voor dat alles wel weer goed zou komen. Dit is een fase, dacht ik. Over een paar maanden ziet alles er anders uit. En hé, dat zou me juist tijd en ruimte geven om me weer op mijn creativiteit te richten. Hoe fijn is dat? Eindelijk tijd om te maken! Ik had toen niet kunnen voorspellen dat het juist averechts zou werken…
Uiteindelijk kwam er de afgelopen maanden weinig uit mijn handen. En waarom? Tja, dat had meerdere oorzaken. Ik maakte me zorgen over de toekomst, voelde me soms te somber om überhaupt uit bed te komen, en ondertussen stond mijn innerlijke criticus in mijn hoofd te schreeuwen dat het toch allemaal niet goed genoeg was. Natuurlijk weet ik wel dat het allemaal meevalt, de sores in mijn leven. Het einde van de wereld was echt niet in zicht. Maar dat helpt weinig als je lijf zich door een verwerkingsproces moet slepen.
Normaal gesproken helpt iets maken me juist uit een negatieve gedachtestroom. Het zet me op een ander spoor en brengt me in beweging. Mijn fijnste momenten ervaar ik vaak in zo’n creatieve flow, een vonkje dat leidt tot het volgende. Je zou denken dat creatief werk tijdens moeilijke tijden de perfecte uitlaatklep is. Maar om in die headspace te komen, is niet vanzelfsprekend.
Ik moest echt stilstaan en luisteren naar mijn lichaam. Duwen en forceren werkte averechts. Mijn goedbedoelde positiviteit lag er zó dik bovenop dat ik er zelf niet in geloofde. En mezelf dwingen tot creativiteit? Dat leverde vooral meer druk op, en dus ook meer teleurstelling, omdat het niet lukte.
Wat ik lastig vond in deze periode, was het verschil herkennen tussen intuïtie en sabotage. Wanneer is die innerlijke stem een gevoel dat je moet volgen, en wanneer is het je ego, of je innerlijke criticus, die je probeert tegen te houden?
Iedere maker kent creatieve weerstand. En er wordt weleens gezegd: als je twijfelt, moet je het juist doen. Want dan zit je ergens op het randje van groei. Tegelijkertijd is weerstand een meester in vermommen. Net als bij sporten of diëten fluistert je ego dat morgen beter uitkomt. Je ego haat verandering. Het wil vasthouden aan wat nu is. Als je meegaat in die twijfel, zijn er grofweg twee scenario’s: of het lukt niet, of het lukt wel. In beide gevallen leer je iets. In beide gevallen groei je. Laat dat je ego maar niet weten, want dan gaat het alleen maar harder in de tegenrichting duwen.
En dan komen we bij de motivatie. Hoe zet je jezelf in beweging, richting welke vorm van routine dan ook? En waarom hebben we het überhaupt over een routine? Creatief werk komt namelijk zelden als donderslag bij heldere hemel. Het is geen magie. Of nou ja, het voelt soms magisch, maar het begint altijd met één ding: op komen dagen. Blijven maken. Niet wachten op het perfecte moment, maar ruimte maken voor wat er is.
Er is veel geschreven over patronen en gewoontes, maar wat ik zelf vooral heb geleerd: begin klein. En blijf opdagen. Wie nog nooit een kilometer heeft gerend, schrijft zich ook niet direct in voor een marathon. Die begint gewoon met wandelen. Creativiteit werkt net zo. Maak het niet groter dan het is. Iedere dag een kleine schets maken is beter dan jezelf op een dag vol lage energie proberen te forceren om een meesterwerk af te maken. Misschien had Rembrandt ook niet zijn beste dagen tijdens de Nachtwacht, maar hij hoefde het in elk geval niet alleen te doen 😉.
Dit was dus mijn worsteling van de afgelopen drie à vier maanden. Waar die creatieve weerstand precies vandaan kwam? Dat blijft lastig te zeggen. Maar gelukkig heb ik weer wat ademruimte gevonden. Sommige dingen zijn inmiddels op hun plek gevallen. Ik kan het stemmetje in mijn hoofd iets vaker negeren, en mezelf weer praktisch in beweging brengen. Hoe groot of klein ook: of ik nu schilder, of alleen mijn verftubes organiseer, ik kom opdagen. Zodat de flow mij vindt, wanneer de tijd rijp is.
P.S.: Ik stond niet helemaal stil trouwens. Hier zie je een expressief werk in wording, en ik speelde ook wat met mixed media landschappen in mijn schetsboek.