Ooit had ik geen geduld voor musea. Nu zijn dit mijn favorieten.
Jarenlang was ik het slechtste museumgezelschap dat je je kunt voorstellen. Ongeduldig, overprikkeld en snel verveeld. Vooral historische musea waren rampzalig: ik scande een bordje, fronste even en liep alweer door. Voor mijn man, die álles leest, was dat geen pretje.
Inmiddels ben ik veranderd. Sinds ik zelf schilder, kijk ik anders. Niet naar alles hoor – een zaal vol speelgoedschepen en eindeloze bordjes laat ik nog steeds links liggen – maar schilderkunst, vooral met realisme, trekt me automatisch. Het is het eerste waar mijn oog naartoe gaat als ik een zaal binnenloop. Dan wil ik weten hoe het opgebouwd is, welke kleuren eronder verscholen liggen, welk stuk nat-in-nat is geschilderd, en waar een toets juist aarzelend lijkt. Ik kijk langer, dichterbij, en wil het snappen.
Inmiddels ben ik al jaren bezitter van een Museumkaart, en mijn man en ik bezoeken regelmatig een tentoonstelling. Meestal in de Randstad, soms daarbuiten. En hoewel ik nog steeds niet alles even boeiend vind, zijn er musea die me echt hebben geraakt. Die me wisten vast te houden.
Voor wie het interesseert, hier mijn persoonlijke favorietenlijst:
Mauritshuis, Den Haag
Een beetje oneerlijk misschien, want dit voelt als een thuiswedstrijd. Ik ben hier vaker geweest dan in welk ander museum dan ook. Natuurlijk is daar Vermeers Meisje met de parel, maar als ik moet kiezen, ga ik voor Jan Steen. Zijn werk Soo voer gesongen, soo na gepepen is er zo een die je niet moet missen.
Museum Rembrandthuis, Amsterdam
Het heeft iets magisch om daar rond te lopen. Geen anonieme witte ruimte met een meesterwerk aan de muur, maar zijn huis, zijn trappen, zijn kelder. Als je het verhaal van Rembrandt nog niet kent, dan leer je het in dit huis. Hij was eigenlijk een nogal moeilijke man met veel schulden, en waar volgens mij niet mee te werken viel. En toch fascinerend.
Museum MORE, Gorssel
Niet zo’n grote locatie, maar wel altijd tentoonstellingen die iets met me doen. Veel sfeer, mooie lichtval, vaak figuratief. En het gebouw zelf is prachtig, dat helpt natuurlijk ook.
Teylers Museum, Haarlem
Een van de oudste musea van Nederland. Vol met oude spullen, van wetenschap tot fossielen, maar het voelt nergens stoffig. De kamer met edelstenen was verrassend indrukwekkend. Alles ligt daar in van die laatjes alsof je in een 19e-eeuws laboratorium staat.
Spoorwegmuseum, Utrecht
Oké, oké, het is een verzameling van treinen, speelgoedtreinen en héél veel bordjes met details. Maar toch. Ze weten het leuk te maken. En dat is best knap!
Deze musea wisten me óók langer dan een half uur te boeien (en dat zegt wat):
– Dordrechts Museum
– Groninger Museum
– Frans Hals Museum
– Royal Delft Museum
Ook in het buitenland bezoek ik graag een museum. Soms wat moderner dan de schilderkunst waar mijn hart ligt, zoals het ABBA Museum in Stockholm of het muziekinstrumentenmuseum in Boedapest, maar hoe dan ook liever dat dan een middag over een winkelboulevard slenteren. Ik hoef heus niet alles te begrijpen of indrukwekkend te vinden, maar als een werk me iets laat voelen, of dat nou verwonderin of ergernis is, dan ben ik blij dat ik gegaan ben. En als ik dan ook nog langer dan een kwartier voor een schilderij blijf staan, weet ik: vroeger had ik dat nooit gedaan.
P.S.: Kijkje nemen in mijn eigen bescheiden museum? Bekijk hier een selectie van mijn werken.
Blijf op de hoogte van nieuwe werken, blogs en andere dingen die mij bezighouden.
Geen spam, alleen als ik écht iets te melden heb.